De Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, verhoogde de interestvoet die ze aanrekent op haar kredieten tot een band tussen 0,75 procent en 1 procent. Dit lijkt volgens professor Paul De Grauwe het einde te zijn van de politiek van supergoedkoop geld, die de Amerikaanse centrale bank volgt sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008. Hij maakt in De Morgen de balans op van het goedkope geldbeleid.
We kunnen vandaag een voorlopige balans opmaken van het geldbeleid dat door de belangrijke centrale banken sinds het begin van de crisis werd gevoerd. En die balans is positief. Een van de effecten van de financiële crisis was dat heel veel economische agenten (bedrijven, huishoudens, beleggers) erg conservatief waren geworden en liefst veel liquiditeiten opstapelden. In zo'n omgeving moeten de centrale banken heel veel liquiditeiten (geld) verschaffen. Doen ze dat niet, dan blijft de economie in een deflatoire spiraal vastgekluisterd waarin al die economische agenten, in een poging om liquiditeiten op te stapelen, allerlei activa verkopen en hun bestedingen nog verder doen krimpen.