ECR

Hoe wordt de rente bepaald?

Rente

Er is niet zoiets als dé rentevoet. Net zoals bij andere goederen, hangt de rente af van vraag en aanbod. De hamvraag is wat er precies verhandeld wordt, zoals kon worden opgemaakt uit de vorige vraag.

Het klassieke antwoord is dat bij een lening kapitaal wordt verhandeld. Verschillende elementen hebben een invloed op de afweging tussen de vraag naar en het aanbod van kapitaal: denk aan het verwachte rendement op investeringen en de persoonlijke voorkeur van individuen om nu of later te consumeren. Maar kapitaal komt in heel wat geuren en kleuren: investeringen in vastgoed of in een technologische start-up zijn niet helemaal vergelijkbaar. De verschillende “markten” voor de verschillende vormen van kapitaal hebben dan ook elk hun kenmerkende rentevoeten die onderling en op vaak complexe wijze met elkaar verbonden zijn.

Stelt u zich eens een economie zonder geld (of krediet) en waar alle transacties, met inbegrip van leningen, plaatsvinden door het uitwisselen van echte goederen. In een dergelijke economie kunnen investeringen enkel gefinancierd worden door besparingen, dat wil zeggen uit inkomen dat niet wordt geconsumeerd. De interestvoet wordt dan bepaald door de interactie tussen het aanbod van spaartegoeden en de investeringsvraag naar echte goederen.

Laten we nu geld en krediet introduceren. Je zou kunnen denken dat geld – in al zijn vormen – enkel het handelen vergemakkelijkt maar verder geen doorslagggevende rol speelt. Economen zeggen dan dat geld “neutraal” is, en geen invloed heeft op de “natuurlijke” rente van hierboven. Die rente hangt enkel af van “reële” factoren, zoals hoe de samenstelling van de bevolking wijzigt, hoe mensen hun voorkeuren en smaken veranderen waardoor het ene goed uit de mode geraakt ten voordele van het andere, hoe technologie nieuwe producten mogelijk maakt enzovoort.

Maar dat lijkt enkel een goede beschrijving te zijn van de manier waarop onze economieën werken als we kortetermijnschommelingen buiten beschouwing laten. Geld en krediet stellen ondernemingen en gezinnen in staat om tijdelijk méér uit te geven dan ze ontvangen. Investeringen kunnen dan uit andere bronnen komen dan sparen, met name door de uitgifte van schuld op de financiële markten. De “marktrente” wordt dan gevormd door de interactie tussen het aanbod van investeringsprojecten in het financiële systeem en de vraag naar leningen bij bedrijven en consumenten.

Zoals we hiervoor al zagen, kan je de interestvoeten ook zien als het resultaat van de vraag en het aanbod van geld in strikte zin, van “liquide middelen” die onmiddellijk beschikbaar zijn. Net zoals bij de afweging tussen consumptie vandaag en consumptie volgend jaar zal de “prijs van geld” afhangen van hoeveel geld lener en ontlener bezitten of genereren, de mate waarin toekomstige liquiditeit een zekerheid is, en hoe groot de afkeer is van een verminderde liquiditeit. Ook de centrale bank kan de rentevoeten manipuleren door meer of minder geld in de economie te injecteren. Dat bespreken we in een volgend vraag-en-antwoord.